Coöptatierecht betekent dat de achterblijvende huurders zeggenschap hebben over wie de nieuwe huurder wordt als een huurder het huis verlaat en er een kamer vrij komt. Dit recht valt onder het huurrecht. Vooral studenten passen het coöptatierecht toe omdat nieuwe huurders van studentenhuizen gebruik maken van gemeenschappelijke voorzieningen. En je wilt natuurlijk geen nieuwe bewoner die bijvoorbeeld continu een vuile vaat laat staan en ook in de rest van het huishouden de kantjes er vanaf loopt. Het coöptatierecht moet opgenomen zijn in het huurcontract.
In de context van het huren van een huis verwijst "coöptatierecht" meestal niet naar een specifieke term of wettelijk recht. Het kan echter verwijzen naar een praktijk waarbij de huiseigenaar het recht heeft om nieuwe huurders te selecteren of goed te keuren voor een bepaalde woning.
In sommige gevallen, vooral bij huurwoningen in coöperatieve woongemeenschappen of bij exclusieve huurwoningen, kan de verhuurder het recht hebben om nieuwe huurders te "coöpteren". Dit betekent dat de verhuurder zelf kan bepalen wie in de woning mag wonen en wie niet, zonder dat er een formeel selectieproces plaatsvindt. De verhuurder kan criteria vaststellen op basis waarvan zij nieuwe huurders selecteren, zoals inkomen, kredietwaardigheid, referenties, of andere factoren die zij relevant achten.
Het coöptatierecht in deze context kan voordelen hebben voor de verhuurder, omdat zij controle kunnen uitoefenen over wie hun eigendom bewoont en ervoor kunnen zorgen dat potentiële huurders voldoen aan bepaalde normen of eisen. Aan de andere kant kan het voor potentiële huurders als een beperking voelen, omdat zij afhankelijk zijn van de goedkeuring van de verhuurder om de woning te kunnen huren.
Het is belangrijk op te merken dat de specifieke praktijk en regels met betrekking tot coöptatierecht kunnen verschillen afhankelijk van de wetgeving en lokale huurmarkt. Het is raadzaam om de huurvoorwaarden en -regels zorgvuldig te bestuderen voordat u een huurovereenkomst aangaat en om eventuele vragen over het coöptatierecht rechtstreeks aan de verhuurder te stellen.
Het coöptatierecht is alleen van kracht als mensen een gemeenschappelijke huishouding hebben. De achterblijvende huurders mogen volgens het coöptatierecht dan een opvolgend huurder kiezen. De verhuurder laat het over aan de huurders om een nieuwe huurder te kiezen. In de praktijk is het coöptatierecht soms niet expliciet in de huurovereenkomst vastgelegd. Dan er kan via een mondelinge of schriftelijke overeenkomst door de andere huurders toch sprake zijn van het coöptatierecht. Uit deze overeenkomst moet dan ondubbelzinnig blijken dat de verhuurder instemt met het voordragen van een nieuwe huurder door de achterblijvende huurders. Als de verhuurder enige jaren toelaat dat de studenten zelf een nieuwe huurder kiezen, is er sprake van een bestendige gedragslijn. Het coöptatierecht wordt in de praktijk onder diverse omstandigheden in de verhuur vaak in redelijkheid en billijkheid toegepast. Huisgenoten kunnen onderling verdeeld zijn over de nieuwe huurder, maar meestal wordt de nieuwe huurder democratisch gekozen door de medebewoners.
Er is dus vaak sprake van het coöptatierecht als er in een studentenhuis een kamer vrij komt en de achterblijvende huurders op zoek gaan naar een nieuwe huisgenoot. Dan mogen de huurders een nieuwe huurder kiezen. Toch ontstaat er in de verhuur niet automatisch een coöptatierecht als een verhuurder door de jaren heen instemt met een huurdersvoordracht. Ook wordt het coöptatierecht bij een overdracht van een pand niet automatisch overeengekomen en opgenomen in het huurcontract van de nieuwe eigenaar. Anderzijds is het zo dat de verhuurder het coöptatierecht niet zomaar kan beëindigen als het eenmaal in het huurcontract staat. De wijziging van het huurcontract moet door zowel de huurders als verhuurder overeengekomen en ondertekend worden.
De verhuurder van een studentenhuis in bijvoorbeeld Utrecht mag de opvolgend huurder niet zomaar weigeren. Wel kan de verhuurder de huursom van de vrijgekomen woonruimte vragen totdat er een voorgedragen huurder is gevonden. Soms betalen de huurders van een studentenhuis geen huurprijs voor de afzonderlijke kamers, maar een totale huurprijs aan de verhuurder. Zijn de medebewoners op zoek naar een andere huurder, dan kan de verhuurder deze totale huurprijs blijven vragen totdat de achterblijvende huurders een voor te dragen huurder hebben gevonden. Het is dan aan de verhuurder om voor de voorgedragen huurder een huurovereenkomst op te stellen. Vanaf dat moment kan hij de vrijgekomen kamer verhuren aan de nieuwe huurder, die gekozen is door de huisgenoten op grond van het coöptatierecht.