Het huurplafond is de bovengrens voor de huurprijs van woningen met een bepaald puntenaantal binnen het woningwaarderingsstelsel (WWS). Deze grens waarborgt dat huren in verhouding blijven met de woningkwaliteit en beschermt huurders tegen buitensporige huren, vooral nu de WWS geldt voor meer segmenten.
Stel: een appartement in Rotterdam scoort 184 WWS-punten (bijvoorbeeld door goede isolatie, oppervlakte en WOZ-waarde). In 2025 valt dit in het middensegment (144–186 punten), waarvoor de maximale huur € 1.184,82 per maand is. De verhuurder mag dus niet meer vragen dan dit bedrag.
Het huurplafond voorkomt dat huren oplopen zonder relatie met de kwaliteit van de woning. Vooral in de gereguleerde sector (sociale en middenhuur) biedt het bescherming. Voor verhuurders betekent dit dat zij de huurprijs moeten baseren op het WWS-puntenaantal.
Sinds 1 juli 2024 is de middensector (144–186 punten) gereguleerd via het WWS, met terugwerkende kracht vanaf dat moment. Vanaf 1 januari 2025 is het verplicht bij elk nieuw huurcontract de puntentelling op te nemen. Gemeenten mogen verhuurders die dit niet doen beboeten vanaf 2025.
Marktsegmenten 2025:
Sociale huur: ≤ 143 punten → max. € 900,07
Middenhuur: 144–186 punten → € 900,07 – € 1.184,82
Vrije sector: ≥ 187 punten → huur vrij, maar max. jaarlijkse verhoging 4,1 %
Maximale huurverhogingen 2025:
Sociale huur: 5 % vanaf 1 juli 2025
Middenhuur: 7,7 % vanaf 1 januari 2025
Vrije sector: 4,1 % vanaf 1 januari 2025
Wanneer een woning boven het toepasselijke huurplafond wordt verhuurd, kun je binnen zes maanden na de start van het huurcontract de huurprijs laten toetsen door de Huurcommissie. Bij een WWS-score die niet past bij de gevraagde huur, wordt de prijs verplicht verlaagd.
Ja, vooral bij sociale huur met een score tot en met 143 punten. Verhuurders hebben tot 1 juli 2025 de tijd om de huur in lijn te brengen met de maximale huurprijs. Na die datum kan de Huurcommissie ingrijpen wanneer de huur te hoog is.
Het huurplafond volgt het WWS-puntensysteem. De punten worden bepaald door factoren zoals de WOZ-waarde, het woonoppervlak, het energielabel, de voorzieningen in de woning en de aanwezigheid van buitenruimte of een parkeerplek.
Woningen met 187 punten of meer vallen in de vrije sector. De huurprijs is daar niet gebonden aan een maximum op basis van WWS-punten, maar er geldt wel een begrenzing voor de jaarlijkse huurverhoging. Voor 2025 ligt deze op 4,1 procent.