Met de Wet huurbescherming weeskinderen mogen jongeren vanaf 16 jaar na het overlijden van hun ouders in de sociale huurwoning blijven wonen tot hun 28e. Woningcorporaties zijn verplicht om hen tijdig te informeren over hun woonsituatie. Jongeren krijgen bovendien huurbescherming én, indien nodig, tijdelijke huurverlaging om te voorkomen dat ze hun woning verliezen in een kwetsbare periode.
Sinds 1 januari 2024 is de Wet huurbescherming weeskinderen van kracht. De Tweede Kamer stemde in oktober 2023 unaniem in met dit initiatiefvoorstel, dat tot doel heeft weeskinderen in sociale huurwoningen te beschermen tegen uithuiszetting na het overlijden van hun ouders.
Volgens cijfers van het CBS verliezen jaarlijks circa 80 jongeren in een corporatiewoning hun ouders. In de particuliere sector gaat het om zo’n 30 gevallen per jaar. De wet richt zich uitsluitend op de sociale huursector.
Meer weten over deze wet? Bekijk dan eens deze blog over de Wet Huurbescherming weeskinderen!
Volgens gegevens van het CBS komt het jaarlijks ongeveer 80 keer voor dat jongvolwassenen die in een woning van een woningcorporatie verbleven, hun ouders verloren. In particuliere huurwoningen komt dit ongeveer 30 keer per jaar voor.
De wet garandeert dat jongeren tussen de 16 en 28 jaar na het overlijden van hun ouder(s) in de huurwoning mogen blijven wonen. Dit geldt alleen als de overledene(n) de huurder(s) waren van een sociale huurwoning en de jongere daar al woonde. De verhuurder mag het contract niet opzeggen op grond van het overlijden.
De jongere behoudt huurrecht tot uiterlijk 28 jaar.
De verhuurder mag het huurcontract niet beëindigen op basis van overlijden van de oorspronkelijke huurder.
Informatieplicht: de verhuurder moet de jongere snel na het overlijden informeren over de woonsituatie.
Er geldt geen bescherming voor jongeren in particuliere huurwoningen.
Veel jongeren kunnen de huur van hun ouderlijke woning niet zelfstandig opbrengen. Daarom bepaalt de wet dat woningcorporaties een tijdelijke huurverlaging moeten toepassen tot aan de huurtoeslaggrens:
Jongeren van 16 tot 22 jaar krijgen altijd tijdelijke huurverlaging.
Jongeren van 23 tot 27 jaar krijgen huurverlaging als ze qua inkomen in aanmerking komen voor huurtoeslag.
Dit voorkomt dat jongeren door financiële redenen alsnog gedwongen worden te verhuizen.
De huurovereenkomst mag pas worden beëindigd zodra de jongere een passende vervangende woning heeft gevonden. Woningcorporaties mogen dus niet zomaar de huur opzeggen zodra iemand 28 wordt. Het doel is stabiliteit en continuïteit bieden, zonder abrupte beëindiging van het huurrecht.
De woning valt onder het sociale huurstelsel.
De jongere woonde al bij de ouders in dezelfde woning.
De jongere is tussen de 16 en 28 jaar oud.
De huurder was een ouder of verzorger van de jongere.
Nee, deze wet is alleen van toepassing op woningen van woningcorporaties (sociale huur).
Niet zomaar. Opzegging is alleen toegestaan wanneer er een passend vervangend huurhuis is gevonden.
Ja, als je voldoet aan de voorwaarden, wordt het bestaande huurcontract omgezet naar een tijdelijk huurrecht tot je 28e.