Verhuren verwijst naar het proces waarbij een persoon of entiteit (de verhuurder) een eigendom, zoals een woning, appartement, kantoorruimte of voertuig, ter beschikking stelt aan een ander persoon (de huurder) in ruil voor een periodieke betaling, bekend als de huurprijs.
Bij het verhuren wordt een contract, ook wel bekend als een huurovereenkomst, opgesteld waarin de rechten, plichten en voorwaarden van zowel de verhuurder als de huurder worden vastgelegd.
De verhuurder draagt de verantwoordelijkheid voor het onderhoud en de juridische aspecten van het verhuurde object, terwijl de huurder het recht heeft om het object te gebruiken gedurende de afgesproken huurperiode, onder de voorwaarden van de huurovereenkomst.
Verhuren kan zowel voor langere termijn (bijvoorbeeld een jaarlijkse huurovereenkomst) als voor kortere termijn (bijvoorbeeld een vakantieverhuur) plaatsvinden.
Het is bijvoorbeeld van belang dat je de juiste kale huurprijs voor de woonruimte vraagt. Kamers en woningen onder de liberalisatiegrens zijn gebonden aan een maximale huurverhoging en maximumhuurprijs. Dit geldt als de huurprijs bij aanvang van het huurcontract onder deze grens valt. Om te berekenen of jouw woning onder die grens valt, kun je gebruikmaken van het puntenstelsel van de Huurcommissie.
Naast de kale huurprijs, zijn ook de servicekosten van belang. Dit zijn kosten die je als verhuurder maakt in het voordeel van de huurder.
Het kan hierbij gaan om het stofferen van de woning en de verlichting en verwarming van gemeenschappelijke ruimtes. Let er wel op dat je op deze kosten geen winst mag maken.
Om dit aan de huurder aan te tonen moet je ieder jaar een servicekostenoverzicht aanbieden aan de huurder en het verschil terugbetalen. Pas nadat dit kostenoverzicht is vrijgegeven kan de verhuurder overgaan tot het verhogen van deze kosten.
Mensen met een zelfstandige woning (lees: met eigen badkamer en keuken), regelen de afvalstoffenheffing zelf. Bij bewoners van een kamer ligt dit sinds 2012 anders. Daarbij regelt de verhuurder deze heffing en mag een deel van het bedrag doorberekend worden aan de huurders. Let er wel op: ook op deze kosten mag de verhuurder geen winst maken.
Je mag als verhuurder de huur één keer verhogen per kalenderjaar. Als de huurwoning in de vrije sector valt, wordt hier geen maximum aan gesteld. Viel de huurprijs van de huurwoning bij aanvang van het huurcontract onder de liberalisatiegrens, dan is de woning gebonden aan de maximale huurverhoging zoals die door de overheid jaarlijks wordt vastgesteld.
Zodra je de huurprijs bepaald hebt, kun je het huurcontract gaan opstellen. Het is van belang dat alles hierin staat, zodat je altijd een ondertekend contract hebt om op terug te vallen. Zeker bij een tijdelijk huurcontract op basis van de Leegstandswet is het van belang dat er bepaalde dingen in het contract staan. Deze zaken zijn:
Staan deze zaken niet in het huurcontract, dan gelden de wetten en regels voor reguliere huur en dat houdt in dat de huurder huurbescherming heeft. Het contract zal dan niet zonder meer beëindigd kunnen worden.
Het is verplicht om de huurwoning in een goede staat af te leveren aan de nieuwe huurder. Daarnaast is het ook verplicht dat de verhuurder groot onderhoud aan de woning doet. Dit kunnen dingen zijn zoals:
Toch moet de huurder zelf ook dingen doen. Denk hierbij aan het witten van de plafonds en het schilderen van de muren. Ook het vastschroeven van loszittende deurklinken en contactdozen dient de huurder zelf te repareren. Dit staat uitgebreid beschreven in het Besluit kleine herstellingen.
Sinds 2014 gelden er strenge regels omtrent het inschrijven in de basisregistratie personen. Het kwam voorheen vaak voor dat mensen zich niet mochten inschrijven op een adres of dat ze ingeschreven stonden op een adres waar ze in werkelijkheid niet woonden. Dit deed men om (vaak ten onrechte) gebruik te maken van toeslagen, zoals huurtoeslag. Het niet inschrijven is vanaf 2014 niet meer toegestaan en kan leiden tot een bestuurlijke boete van 340 euro. De huurder moet een verhuizing doorgeven aan de gemeente als de huurder langer dan 4 maanden niet op het gehuurde verblijft.