Woondiscriminatie verwijst naar het onterecht onderscheid maken tussen huurkandidaten op basis van kenmerken die niet relevant zijn voor het huren van een woning. Het is verboden voor verhuurders om een huurder te weigeren op grond van bijvoorbeeld afkomst, handicap of seksuele gerichtheid.
Fatima, met een Marokkaanse achtergrond, reageerde op een huurwoning, maar kreeg te horen dat deze al verhuurd was. Toen haar Nederlandse studiegenoot dezelfde dag informeerde, was de woning nog beschikbaar. Dit is een duidelijk geval van woondiscriminatie, waarbij Fatima onterecht werd afgewezen op basis van haar afkomst, terwijl haar kwalificaties als huurder er niet minder om waren.
Om woondiscriminatie te voorkomen en te bestrijden zijn er specifieke regels opgesteld voor verhuurders. Hierbij moeten zij:
Vanaf 1 januari 2024 dienen verhuurders bovendien hun werkwijze op de volgende wijze aan te passen:
Terwijl verhuurders bepaalde informatie mogen opvragen, zoals naam, adres, inkomen en gezinssamenstelling, is het hen strikt verboden vragen te stellen over zaken als etnische of culturele achtergrond, religieuze identiteit, politieke voorkeur, seksuele gerichtheid, en fysieke of mentale gezondheid om woondiscriminatie te voorkomen.