Een verhuurder mag een huurcontract voor onbepaalde tijd alleen opzeggen met een geldige wettelijke reden én met inachtneming van de wettelijke opzegtermijn. Zonder zo’n reden kan het contract niet worden beëindigd.
Een verhuurder kan het huurcontract voor onbepaalde tijd alleen beëindigen in specifieke gevallen, zoals:
Eigen gebruik: de verhuurder wil de woning zelf betrekken of voor directe familie beschikbaar maken.
Dringend eigen gebruik: bijvoorbeeld sloop of ingrijpende renovatie waarbij verhuur niet mogelijk blijft.
Niet naleven contract: bij huurachterstand, overlast of andere contractschendingen.
Wijziging bestemming: de woning krijgt een andere, door de gemeente goedgekeurde, bestemming.
Hospitaverhuur: binnen de eerste 9 maanden kan de verhuurder opzeggen zonder reden.
Weigeren redelijk voorstel: de huurder wijst een redelijk wijzigingsvoorstel voor het contract af.
De wettelijke opzegtermijn hangt af van de duur van de huurperiode:
Minder dan 5 jaar: 3 maanden
5 tot 10 jaar: 4 maanden
10 tot 15 jaar: 5 maanden
Langer dan 15 jaar: 6 maanden
De opzegging moet altijd schriftelijk en voorzien zijn van de reden.
Huurders hebben huurbescherming. Dit betekent dat zij bezwaar kunnen maken tegen de opzegging.
Bezwaar: binnen zes weken na ontvangst van de opzegging.
Rechterlijke toetsing: gaat de huurder niet akkoord, dan moet de verhuurder naar de rechter, die beslist of de opzegging terecht is.
Een verhuurder kan een huurcontract voor onbepaalde tijd alleen beëindigen als er een wettelijke grond is, de juiste opzegtermijn wordt gehanteerd en de procedure correct wordt gevolgd. Huurbescherming geeft huurders een sterke positie om onterechte opzeggingen aan te vechten.